Technische verklaring afkortingen

Omdat er veel led verlichting valt te kiezen, en geen een lamp hetzelfde is, worden de verschillen aangeduid met bepaalde waarden of afkortingen. Om deze afkortingen en waarden te verduidelijken vindt u op deze pagina hopelijk de informatie die u nodig heeft om inzicht te krijgen in de verschillende lampen die wij aanbieden.

 

LB-normering bij LED

Warmtehuishouding

De temperatuur van de led heeft een belangrijke invloed op de levensduur. Led lampen produceren minder warmte (als energievorm) dan een gloeilamp, maar kunnen wel een hoge temperatuur krijgen als deze warmte niet goed wordt afgevoerd. Het is de hoge temperatuur die de levensduur van de LED zeer sterk negatief beïnvloedt. Precies om deze reden is een goed armatuurontwerp met krachtige juist gedimensioneerde koellichamen essentieel. Hoe beter de kwaliteit van het armatuurontwerp, hoe langer de levensduur van de led verlichting.

LB-normering

Om het vergelijken van led verlichting zo gemakkelijk en eerlijk mogelijk te maken zijn de L en B waarden in het leven geroepen. Aan de basis hiervan ligt het Europese normdocument IEC/EN 62717 en het Amerikaanse document IES TM21. De L en B waarden zijn een ideaal hulpmiddel ter bepaling van de onderhoudsfactor (MF). Maar waar staan die LB-waarden precies voor?

De L waarde

Is de waarde in procent van de lichtstroom na een bepaalde tijd, meestal na 35.000 branduren of 50.000 branduren. Een voorbeeld: L70 bij 50.000 branduren geeft aan dat de armatuur na 50.000 branduren nog 70% van de initiële lichtstroom (lumen) geeft. In de markt ook wel gecommuniceerd als 50.000 uur met 70% lumen behoud.

De B waarde

Is de waarde in procenten waarvoor de L factor geldt. Een voorbeeld L70 B50 bij 50.000 branduren geeft aan dat 50% van de led’s minder dan 70% van de initiële lichtstroom geeft. Aan de andere kant geeft het ook aan dat de andere 50% van de led’s nog wel 70% of meer van de initiële lichtstroom geven. Wanneer de B waarde 50% is, geeft de L-waarde ook de gemiddelde hoeveelheid licht van de volledige LED partij, althans op LED niveau. Schematisch ziet dit er als volgt uit:

De onderhoudsfactor

De lichtopbrengst van een armatuur bij L80 B50 ná 50.000 uur ligt dus hoger dan L70 B50. Dit betekent dat een L80 B50 armatuur ná 50.000 branduren meer ‘lumen naar het werkvlak’ brengt dan een L70 B50 armatuur. En wel in de verhouding 80/70ste . Dit is van essentieel belang bij de lichtplanning en het bepalen van de onderhoudsfactor. Ofwel: er zijn minder armaturen nodig om een ruimte x-jaar op het volgens de norm vereiste lichtniveau te houden. Dit maakt de L en B-waarden zijn essentieel ter bepaling van de onderhoudsfactor.

De volledige onderhoudsfactor wordt bepaald door zowel de LB waarden als het aantal “dode” LED’s, maar ook door de veroudering van het armatuur en de veroudering (versta vervuiling) van het lokaal zodat plafond, de wanden en de vloer minder reflecteren. Maar L en B hebben het meeste invloed op de onderhoudsfactor.

 

Vuistregels: waar op te letten?

  • Laat je niet in de maling nemen met specificaties welke zonder fundament de markt in worden gezet;
  • Wordt er na de L factor geen B waarde vermeld, dan is deze automatisch B50;
  • Alle vermelde waarden worden door fabrikanten opgegeven bij een genormaliseerde omgevingstemperatuur van t=25℃ , tenzij anders vermeld. Hoe hoger de omgevingstemperatuur hoe sneller de lichtstroom teruggang van de LED;
  • Laat de opdrachtgever de kwaliteitseisen voor verlichting juist definiëren.
  • Je kan het ook bekijken in functie van de vereiste levensduur. Een armatuur in een bergruimte brandt immers veel minder dan in de gang van bijvoorbeeld een hospitaal.

CRI/RA kleurweergave

Om de kwaliteit van de kleurweergave van een lichtbron aan te duiden, wordt de CRI index gebruikt. Ra is de indicator die wordt gebruikt wordt voor lichtkleur. De Ra-waarde kan maximaal 100 zijn, dat is gelijk aan zonlicht. Daarom geldt: hoe hoger de Ra-waarde, hoe natuurlijker het licht. De Ra-waarde is met name relevant voor ruimten waar veel gewerkt wordt met kleurbeoordeling. Zoals tandartspraktijken, laboratoria, kapperszaken, kledingwinkels enzovoort.

Omgevingstemperatuur

In graden wordt aangegeven in welke omgevingstemperatuur een armatuur gebruikt kan worden. Zo zijn bepaalde armaturen (niet) geschikt voor gebruik bij lage temperaturen, zoals in vries -en koelcellen. En anderen (niet) geschikt voor gebruik bij hoge temperaturen, zoals bijvoorbeeld in sauna’s en droogruimten.

Luxwaarde

Lux is de eenheid waarin we de hoeveelheid licht meten in een ruimte. De Europese norm (NEN-EN 12464-1) schrijft namelijk specifieke verlichtingseisen voor in binnenruimten waar mensen werkzaam zijn. Zo staat in de norm omschreven hoeveel Lux een bepaalde ruimte nodig heeft en wat de specifieke eisen daarbij zijn. Er gelden dan ook verschillenden normen voor bijvoorbeeld magazijnen, kantoren en gangen.

knx

KNX is een zogeheten standaard om verschillende systemen die een andere ‘taal’ spreken met elkaar te laten communiceren. Dit communicatieprotocol wordt gebruikt in gebouwautomatisering en domotica. De KNX Association certificeert producten die aan deze norm voldoen wat betekent dat producten van verschillende fabrikanten met deze certificering samen in één systeem gebruikt kunnen worden.

Dali

Dali is een digitaal systeem dat de communicatie tussen verschillende lichtelementen regelt t.b.v. het gebruiksgemak en energiebesparing.

1-10 volt

Dit is de naam van een analoog systeem dat de stroomsturing regelt door middel van sturingsdraden en een potentiemeter, ten behoeve van het dimmen van lichtelementen.

Macadam steps

Deze meeteenheid geeft aan hoeveel ‘K’ een lichtbron mag afwijken van de aangeven kleurtemperatuur. Een afwijking hoger dan 5 wordt afgeraden voor binnen toepassingen, omdat de waardes onderling te veel kunnen verschillen.

Kleurtemperatuur

De kleurtemperatuur van een lichtbron wordt aangeduid met de eenheid Kelvin, ook wel ‘K’. Er zijn een aantal veel gebruikte kleurcodes:

  • 650K-865    Dit is zeer koud wit licht, vergelijkbaar met daglicht. Meestal toegepast in productiehallen, magazijnen en laboratoria.
  • 4000K-840    Koud wit licht, geschikt voor opslaghallen en schuren.
  • 3000K-830    Dit warm witte licht is (net als 4000K) gebruikelijk in kantoren.
  • 2700K-827    Dit licht is vergelijkbaar met een gloeilamp en zeer warm wit licht.

IP Waarde

De IP-waarde (International Protection Ration) duidt aan in hoeverre een armatuur of lichtbron bestendig is tegen de impact van voorwerpen, stof en vocht. IP-waarden bestaand altijd uit twee cijfers. Het eerste cijfer geeft aan in hoeverre een armatuur of lichtbron beschermd is tegen het binnendringen van voorwerpen of stof. Het tweede cijfer in welke mate het wordt beschermd tegen vocht / water.

Eerste cijfer

  • IP 0X niet beschermd
  • IP 1X beschermd tegen voorwerpen met een diameter groter dan 12 mm
  • IP 2X beschermd tegen voorwerpen met een diameter groter dan 50 mm
  • IP 3X beschermd tegen voorwerpen met een diameter groter dan 2.5 mm
  • IP 4X beschermd tegen voorwerpen met een diameter groter dan 1 mm
  • IP 5X beschermd tegen stof
  • IP 6X stofdicht

Tweede cijfer

  • IP X0 niet beschermd
  • IP X1 beschermd tegen druppelend water
  • IP X2 beschermd tegen druppelend water bij een schuine stand tot 15 graden
  • IP X3 beschermd tegen sproeiend water
  • IP X4 beschermd opspattend water
  • IP X5 beschermd tegen waterstralen
  • IP X6 beschermd tegen stortbuien
  • IP X7 bescherm tegen onderdompeling
  • IP X8 beschermd tegen verblijf onder water

Powerfactor

Met deze meetlat (afgekort PF) wordt weergegeven hoe efficiënt elektrisch vermogen wordt afgegeven. Een PF gelijk aan 1 is ideaal. Wanneer de PF lager dan 1 is, is er extra vermogen nodig om het gewenste resultaat te bereiken. Concreet betekent dit dat LED lichtbronnen met een lage PF meer energie verbruiken dan het opgegeven wattage. Ook kunnen storingen ontstaan in het netwerk. De Energie Investeringsaftrek (EIA) accepteert geen PF lager dan 0.9 en het algemeen advies is om een PF lager dan 0.75 te vermijden.

IK Waarde

De IK-waarde duidt de slagvastheid en bescherming tegen vandalisme aan.

Waarden die vaak gebruikt worden zijn:

  • IK 00 geen weerstand
  • IK 02 weerstand tegen schokken van 0.2 J (dit is een standaard open armatuur)
  • IK 03 weerstand tegen schokken van 0.35 J (dit is een standaard armatuur met afscherming van polymethacrylaat)
  • IK 05 weerstand tegen schokken van 0.7 J (een open armatuur met versterkte optiek)
  • IK 08 weerstand tegen schokken van 5 J (een gesloten armatuur met glazen of  polycarbonaat afscherming dat beschermd tegen vandalisme)
  • IK 10 weerstand tegen schokken van 20 J (een vandaalbestendig gesloten armatuur)

Aanbevolen verlichtingsniveau

Lux, UGR en CRI

Ruimte Lux UGR CRI
Circulatiegebieden 100 <28 >40
Gangen 100 <28 >40
Trappen 150 <25 >40
Roltrappen 150 <25 >40
Loopbanden 150 <25 >40
Kantines 200 <22 >80
Provisieruimten 200 <22 >80
Toiletruimte 100 <22 >80
Garderobes 200 <25 >80
Wasruimten 200 <25 >80
Badkamers 200 <25 >80
Toiletten 200 <25 >80
Kantoorruimten 500 <19 >80
Schrijvem, typen en lezen 500 <19 >80
Gegevensverwerking 500 <19 >80
Collegezaal 500 <19 >80

UGR Waarde

UGR staat voor Unified Glare Rating. Deze waarde duidt aan in hoeverre een armatuur lichthinder veroorzaakt voor mensen in een ruimte. Ook hierbij voorzien de NEN-normen in specificaties door het voorschrijven van minimale URG-waarden.

Gebruik van verkeerde lampen met te hoge UGR waarde zorgt ervoor dat werken minder aangenaam wordt en de prestatie vermindert

Hoe lager de UGR waarde, hoe minder lichthinder (verblinding) er wordt ervaren. De richtlijnen voor het visuele comfort van licht zijn vastgelegd in de norm NEN-EN 12464-1  en wordt aangegeven middels de UGR waarde.

De volgende factoren spelen een rol bij de bepaling van de UGR:

  • Vorm en grootte van de ruimte;
  • Oppervlaktehelderheid (luminantie)van wanden, plafond, vloer en andere grote vlakken;
  • Type armatuur en afscherming;
  • Lampluminantie;
  • Verdeling van de armaturen over de ruimte;
  • Waarnemerpositie(s)

De UGR kan elke waarde innemen, van 0 tot zeer hoog, maar voor kwaliteitsbeoordeling van een verlichtingsinstallatie loopt de praktische schaal van ongeveer 15 tot 30. Bovendien zijn verschillen kleiner dan 1 zelfs voor een geoefend oog nauwelijks waar te nemen. Dit alles heeft geleid tot de invoering van vijf kwaliteitsklassen 16 – 19 – 22 – 25 – 28, waarbij het hoogste getal de meeste verblinding oplevert. In de praktijk komen deze overeen met de volgende toepassingsgebieden:

  • UGR <28  voor: Circulatiegebieden, gangen en verkeersruimten
  • UGR <25 voor: Gemiddeld industriewerk
  • UGR < 22 voor: archiefruimten, trappen, liften
  • UGR <19 voor: Kantoren, balieruimten
  • UGR <16 voor: Tekenkamer